Feeds:
Posts
Comments

De verschillen tussen RDSH en VDI worden steeds kleiner. Tot nu toe was prijs onder meer een belangrijk argument om als het even kon voor de sessie-virtualisatie van RDSH (vroeger TS) te kiezen. De goedkopere server hardware en betere storage oplossingen voor VDI zwakken dat argument echter ook steeds meer af.

 

RDSH vs VDI

Brian Madden noemt nog wel één doorslaggevend argument voor RDSH: het licentie-argument. Als je desktops als dienst wilt aanbieden dwingt Microsoft je nog steeds in een RDSH harnas.

Zie Brian Madden voor meer.

Microsoft heeft een referentie-architectuur gepubliceerd en getest waarmee tot 1500 VDI gebruikers kunnen worden bediend. Het gaat om – wat Microsoft noemt – “personal virtual desktops” (oftewel stateful) en niet om de meer eenvoudige “virtual desktop pools” (oftewel stateless).

Microsoft VDI architectuur

Alle software is gebaseerd op die van Microsoft: broker, hypervisor, storage. De architectuur leunt sterk op features van Windows Server 2012 R2, waaronder Scale-Out File Servers, Storage Spaces en Data Deduplication.

Het document is als Word file van 49 pagina’s te downloaden en bevat naast de testresultaten ook een groot aantal best practice aanbevelingen.

Het document is hier als Word file te downloaden.

Na een analyse van de “midzakelijke” markt doet Gartner de voorspelling dat over vier jaar 40% van alle bedrijven hun aparte server en storage systemen vervangen zullen hebben door geïntegreerde systemen. Denk aan VMware VSAN, Nutanix, SimpliVity. etc. Let wel, midzakelijk voor US betekent gemiddeld circa 110 servers en 50 tot 60 TB aan storage.

Zie overigens ook hier voor eerdere voorspellingen op dit gebied.

vsan_basics

Tevens geeft Gartner spontaan toelichting op eerder gedane voorspellingen, om daarmee meer vertrouwen te wekken en transparantie te geven. Waar ze nu al toegeven helemaal mis te zitten was de voorspelling dat in 2016 zo’n 25% van alle organisaties in de midzakelijke markt gebruik zullen maken van Desktop-as-a-Service (DaaS).

Zie Gartner voor meer.

Citrix heeft het uitgebreide XenDesktop Design handboek weer in lijn gebracht met de huidige software releases. Nieuwe onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • Connection Leasing
    Een extra laag waardoor gebruikers hun applicaties en desktops kunnen blijven benaderen, ook al is de site database tijdelijk niet beschikbaar.
  • Unauthenticated Access
    Voor het geven van toegang aan gebruikers zonder Active Directory credentials.
  • Session Prelaunch & Session Linger
    Dit versnelt het starten van applicaties, door ze al te starten voordat de gebruiker dit doet en ze tijdelijk te laten doordraaien als de gebruiker al gestopt is.
  • Application Folders
    Dit verlaagt de beheerlast door de mogelijkheid om applicaties te bundelen in logische groepen.

 

Typical StoreFront Architecture

Het handboek is hier als PDF van 200 pagina’s te downloaden.

VMware heeft haar virtualisatie-oplossingen verwoord in een Wiley Dummies boek: Virtualization 2.0 for Dummies. Het boek behandelt voornamelijk de mogelijkheden die je door VMware aangeboden krijgt nadat je het serverpark hebt gevirtualiseerd.

Virtualization 2.0

Hoewel het voor dummies is komen er totaal geen schema’s in voor. Gemiste kans denk ik. Welke dummie wil tegenwoordig nog 88 pagina’s tekst lezen?

Zo ja, dan is de PDF hier na registratie te downloaden.

Marcel van den Berg legt uitstekend uit hoe een toekomstige release van VMware’s Site Recovery Manager (SRM) twee tot nu toe gescheiden wrelden zal gaan combineren. Die twee werelden zijn een active/passive uitwijkinrichting met Site Recovery Manager enerzijds en een active/active stretched VMware cluster anderzijds.

SRM vs stretched cluster

Voor lezers met heel weinig tijd komt het erop neer, dat tot nu toe SRM een uitstekende oplossing was voor Disaster Recovery (evenals third party varianten zoals Zerto overigens) en dat streched clusters een uitstekende oplossing was voor active site balancing. Door in de toekomst SRM te ondersteunen binnen een stretched cluster mag je met een beetje geluk in bovenstaand plaatje alle rondjes zwart vullen op 100%.

Voor lezers met wat meer tijd verwijs ik graag naar Marcel’s blog.

Kit Colbert van VMware geeft een goed overzicht van de overeenkomsten tussen – en verschillen van – virtuele machines (zoals beschikbaar binnen VMware ESX en containers (zoals recent populair geworden door Docker).

VMs and containers

Zijn stelling: kies niet voor of de ene of de andere technologie, maar gebruik ze samen. Zou ik ook zeggen als ik VMware vertegenwoordigde, maar los daarvan is het goed verwoord en leerzaam.

Zie hier voor meer.

Met de vandaag door Microsoft aangekondigde overname van InMage kan Microsoft haar mogelijkheden voor Disaster Recovery aanzienlijk uitbreiden.

InMage ondersteunt namelijk niet alleen gevirtualiseerde omgevingen van Microsoft Hyper-V, maar ook die van VMware vSphere en Citrix XenServer. Daarnaast worden ook fysieke machines ondersteund, draaiend onder Windows, Linux of Unix. En last-but-not-least is de oplossing application-aware voor onder meer Microsoft Exchange, SQL Server, SharePoint, Oracle, MySQL, Blackberry Server en SAP.

 

InMage Disaster Recovery

InMage biedt voor deze platformen zowel Disaster Recovery (naar eigen data center of naar de cloud) als backup en restore (via Continuous Data Protection). Het enige wat zo op het eerste gezicht lijkt te missen zijn uitgebreide mogelijkheden om de uitwijkomgeving niet-destructief te testen. Tevens lijkt InMage gericht te zijn op het herstellen van losse applicaties en niet op het consistent herstellen van onderling afhankelijke applicatie-groepen, zoals bijvoorbeeld Zerto dat wel doet met haar Virtual Protection Groups.

Microsoft is van plan om InMage te integreren in haar Azure Site Recovery dienst. Hopelijk blijft de oplossing daarbij wel zo heterogeen als deze nu is!

De komst van Docker versie 1.0 heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de zogenoemde container technologie, als lichtgewicht alternatief voor hypervisors. In feite gaat het dan om het verschil tussen “operating systeem virtualisatie” (zoals Docker) en “hardware virtualisatie” (zoals VMware, Hyper-V en XenServer).

Hypervisor vs container

Zolang je in een homogene wereld leeft (bijvoorbeeld alle applicaties draaien sowieso op een Linux operating systeem variant) dan heeft de container oplossing best voordelen: minder overhead en kleinere – en daardoor meer portable – workloads.

Wil je verschillende oparating systemen op dezelfde hardware draaien, dan blijft conceptueel gezien hardware virtualisatie nog steeds de enige oplossing.

Zerto Virtual Replication (ZVR) is een Disaster Recovery oplossing voor gevirtualiseerde data centers. Wat ZVR met name onderscheidt van andere oplossingen is de integratie met de hypervisor. Daardoor kunnen write operations in het primaire data center realtime worden gekopieerd naar een uitwijkinrichting. Dit resulteert in extreem korte Recovery Point Objectives. Door de aanwezigheid van virtuele machines in de uitwijk en de bijbehorende functionaliteit van ZVR zijn tevens zeer korte Recovery Time Objectives realiseerbaar.

Zerto Offsite backup

Met de nieuwste versie 3.5 wordt ZVR onder andere uitgebreid met “offsite back-up”.  Dit houdt in dat de back-up operaties in de uitwijk plaatsvinden in plaats van in het primaire data center. Dit levert niet alleen performance winst in het primaire data center op, maar zorgt bovendien voor offsite opslag van de back-up zelf. Dit kan op de uitwijk zijn, of op een derde locatie waar ZVR naar toe schrijft.

De integratie van DR en back-up houdt ook in dat de basiseenheid van back-up die van de zogenoemde Virtual Protection Group (VPG) is. Een VPG is een verzameling virtuele machines die consistent ten opzichte van elkaar moeten blijven, denk bijvoorbeeld aan twee applicatieservers die behalve lokale dataopslag ook een derde databaseserver gebruiken.

Zerto waarschuwt er wel voor dat de functionaliteit niet op alle vlakken een volledige back-up oplossing kan vervangen, laat staan een archiveringsoplossing. Zo kunnen bijvoorbeeld niet losse bestanden worden teruggezet en is er geen andere opslag dan die op harde schijven (direct attatched, via NAS/SAN of op afstand via WAN).